
Het meditatiegebouw is heftig gifgroen en er staat een groot Yin-en-Yang symbool op geschilderd. Het is er koud, kaal en kil maar het dak is goud waard. Het gebouw ligt onderin een valleitje en dat betekent dat op ooghoogte de terrassen, balkons, en tuintjes van alle omliggende huizen in de vallei te zien zijn, met op de achtergrond natuurlijk de bergen. Dharamshala en McLeod Ganj zijn een stuk schoner dan Delhi, maar als je hier de plekken ziet waar echt gewoond wordt blijkt dat ook een illusie. De straten zijn netter, omdat ze er plastic tasjes hebben verboden, maar de bewoners smijten alles de berg in de droge beekjes, en wonen op een vuilnisbelt. Ook buiten ons hek liggen de verzamelingen rotzooi glorieus te stralen.
Maar er is ook properheid te zien. Op sommige dagen is het duidelijk wasdag. Een jonge vrouw doet de was in een soort natuurlijke waterpoel, en hangt de schone spullen te drogen op de bosjes die eromheen. Ze staat gebukt de lakens uit te wringen boven een emmer, haar lange haren waaien helemaal naar opzij. Op een trapje verderop zit een rode buddhistische monnik zogenaamd te lezen, maar hij gebruikt zijn boek alleen maar als zonneklep, om de vrouw tegen de zon in te kunnen opvreten met zijn ogen. Hij kijkt haar helemaal na tot ze in haar huis verdwijnt. (Klik
HIER voor een grotere foto).

Weer verderop wordt een huis gebouwd. Ze zijn bezig de vloer van de eerste verdieping te storten. Een kleine betonmolen produceert cement en een jankende herrie met zijn dieselmotor. Twee aan twee komen vrouwen in felroze sari's met een soort hangmatje tussen zich in naar voren. Nummer drie schept van de uitgebraakte cementberg een paar scheppen op het matje, en dan lopen ze samen naar de juiste plek en storten het als vloer. Iemand anders maakt de vloer glad met een spade, en na een dag zijn ze klaar. De volgende dag gaan ze de berg verder uithakken, ruimte maken voor de achterkant van het gebouw dat er in moet verzinken. De roze sari lopen met mandjes weggeschepte berg op het hoofd, die ze aan de voorkant van het bouwwerk bergaf leeggooien.

Iets verderop wordt nog een huis gebouwd, en daar zie je ezeltjes voetje voor voetje bergop schuifelen met aan weerszijden zandzakken.
Op een dak aan de andere kant zie je drie kleine Tibetaanse jongetjes dobbelen, en op het volgende balkon zie je een vrouw bezig met was opvouwen, die is vandaag vroeg klaar!

Maar het uitzicht aan de voorkant is helemaal erg. We zitten op een dieet van wortelsapjes, gewelde rozijnen, en droge bonenprut. Bij mij kwam het er de eerste nacht urenlang uit aan de verkeerde kant, waarna ik 48 uur voor geen hap heb meegedaan met de maaltijden: "eetmeditatie" heet dat hier. En dan kijk je vanaf de voorkant regelrecht in een bakkerij waar je de donuts en chocolade gebakjes prinsheerlijk ziet staan lonken!
Op een dak naast het onze staat een jongetje te vliegeren en daarbij zit een peuter te hurken "Echt zoals Indiers dat doen, denk ik nog, "zo jong al, het is echt aangeboren zeker, om zo te zitten". Maar dan springt hij op en ligt er een vette drol op het schone beton achter hem... Terwijl ik hierboven zit, komen er roofvogels uit de bergen overvliegen, enorm zijn ze. Je kunt ze goed observeren, ze komen heel dichtbij. Ik vraag me zelfs af of ze denken dat ik een lijk ben als ik een poosje languit stil lig en er ineens wel tien boven me komen cirkelen. En dan zie ik ineens een heel hanige haan trappetje op trappetje af hippen tussen de huizen door, met een colonne kippetjes achter hem aan. Het ziet er zo koddig uit! Gelukkig maar dat we veel mogen studeren voor onszelf, ik installeer me gewoon iedere dag hierboven en zie elke dag een nieuwe theatershow!
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home