
Het beste is de Taj vanuit Delhi als dagtocht te bezoeken. Agra is een vieze agressieve stad, waar verder niet veel is te doen. Dus om 7 uur staat de bestelde auto voor en we hobbelen de 200 kilometer met een gezellig ontbijtpakket aan boord. De omgeving waar we door rijden is plat als een dubbeltje en net zo rommelig als Delhi, alleen wat minder vol. Ook hier zien we kamelenwagens zoals tijdens de reis

naar de Maharaja, maar verder is er niet veel bijzonders te zien. Nou ja, behalve dan het mannetje dat over de snelweg rent, een levensgrote vrachtwagenband als hoepel naast zich meerollend, die is wel grappig...De Taj Mahal is niet zomaar een grafmonument dat alleen staat, maar er is een groot strak aangelegd park met waterpartijen, minaretten, vier grote toegangspoorten en een moskee bij, samen een uitgebreid complex. De "Taj" is gebouwd door de Mughal keizer Shahjehan (1628-1658) voor zijn echtgenote Mumtaz-i-Mahal, die stierf bij de geboorte van haar veertiende kind - ze was 38 - tot groot verdriet van Shahjehan. Die ligt er zelf ook begraven.

De Taj heeft mooie bijnamen: "gedicht in marmer" en "traan op de wang van de eeuwigheid", maar de echte betekenis van de naam Taj Mahal is "verblijf van bekronende glorie". De bouw is begonnen in 1631.
Na de bekende rituelen van beveiligingspoortjes, fouillering en tassencontrole kom je door de eerste poort en dan zie je de Taj in volle glorie liggen. Het is wel druk, en niet gemakkelijk om geen Indiase hoofden voor je Taj-foto te krijgen. De gevel is ingelegd met gekleurde halfedelsteen, waarmee Arabische kalligrafieen en plantmotieven zijn gevormd, en is verder helemaal van wit marmer. Onyx voor het zwart, lapis lazuli voor het blauw, robijnen voor het rood, groen is gemaakt van jade, en het geel van topaas. De toegangspoorten zijn van rode steen en ingelegd met wit en zwart marmer. We krijgen meteen even te zien hoe ze hem schoonmaken! Binnen is niet veel meer dan een graftombe, waar je omheen kunt lopen. De marmeren omheining ervan is schitterend ingelegd weer met de halfedelstenen, fijn en gedetailleerd, maar toch valt het hele gebouw een beetje tegen. Vooral de ligging en de lijnen van de architectuur vind ik mooi, maar als je de Dom van Florence nog scherp op het netvlies hebt is dit eigenlijk vrij eenvoudig van techniek en vormgeving.

Er is overal "conservation work in progress" en dan zie je een bakfiets staan waar een paar mannetjes scheppen zand uit halen om het in een emmer te mengen met cement. Maar toch goed dat eraan gewerkt wordt. We lopen de 2 kilometer terug naar het parkeerterrein en verwennen onszelf onderweg met een "mocktail" op het terras van het Oberoi Hotel op de route. Een oase van rust en reinheid, heerlijk even geen venters en verkopers die in een kring om je heen drammen zodat je niet eens kunt lopen, en fijne professionele bedieing. En daar hebben ze de Taj tuinen, waterpartijen en architectuur perfect nagemaakt voor de gasten, en over de boomtoppen heen zie je de echte liggen.
Eigenlijk is het fort van Agra veel en veel leuker om doorheen te lopen. Het is een grote citadel met een hele 17e eeuwse stad erop, met pleinen, harems, markten, troonzalen, en heel veel nivo's, trappetjes en doorloopjes, nu alleen door de toeristen in gebruik.

Hier woonde Shahjehan met Mumtaz en je hebt weinig verbeelding nodig om ze te zien zitten. Vanuit de vensters kun je de Taj aan de rivier de Yamuna zien liggen, een bocht verderop. Dat beeld is pas echt een sprookje, maar het is te mistig voor een goede foto. Veel is niet gemaakt volgens de moslim architectuur maar is Hindu bouwwerk en het ziet er eigenlijk veel prettiger uit, van warmrode steen met weelderige dessins erin gebeiteld. Ook hier wordt aan de restauratie gewerkt, en ook hier (zoals gewoonlijk in de bouw) hebben ze een stel cirusartiesten in dienst, die aan gammele laddertjes bengelen, vastgehouden door collega's boven een gapende diepte van minstens dertig meter.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home