Bedrijfsuitje naar de Ganges
Jaarlijks organiseert mijn Indiase werkgever een bedrijfsuitje voor alle medewerkers, in batches tot ze allemaal geweest zijn. Drie dagen naar de Ganges en kamperen...teambuilding, survivallen...
Donderdag avond 11 uur dropt Harjinder mijn chauffeur me met een dikke rugzak voor het Nucleus kantoor dat er totaal anders uitziet dan overdag, helemaal donker en spookachtig. Er staan al drie van de vijf bussen klaar, ze zijn veel kleiner dan gewone, er gaan met deze trip ongeveer 120 mensen mee. Er staan hele dozen met waterflessen op de stoep, trommels, en een berg ander eten voor onderweg. Mondjesmaat komen er steeds meer feestgangers, en het zijn inderdaad voornamelijk mannen, wat ik al vreesde. Ze mogen allemaal hun familie meebrengen maar kennelijk zijn de meesten niet getrouwd, of de aanhang had geen zin. Die paar dames zijn niet bepaald toeschietelijk maar vooral bezig met giechelen in een kliekje. Er loopt een klein meneertje met een wollen muts op vreselijk druk te doen en dat blijkt Pravin, de baas van de administratie te zijn. Die hebben hun handen vol gehad met de aanmeldingen van alle 1500 Nucleiten voor 6 trips, in batches. Ze hebben tentindelingen gemaakt voor het kamperen, Nucleus T-shirts in de juiste maten voor iedereen geregeld, en alle andere logistiek die je je wel kunt voorstellen. Ik word naar bus 5 gedirigeerd waar Pravin persoonlijk een oogje op me kan houden, en mag op de voorste stoel gezellig naast twee trommels plaatsnemen, waar ik lekker kan kijken. Pravin geeft met zijn voetbalfluitje het signaal als er weer een bus mag vertrekken en daar gaan we! Het is een reis van ongeveer 7 uur en morgenvroeg om 6 uur zijn we in Rishikesh, in de Himalaya. In een tentenkamp aan de Ganges oever, waar we gaan raften en allemaal stoere mannendingen doen.
Ik zie hier echt tegenop. Ik zit nou al vier maanden op kantoor en heb letterlijk nietmand waar ik persoonlijk mee omga, of zelfs maar om mee te lunchen of koffie te drinken, behalve de Nederlandse collega's. En die gaan niet mee. Ik ken echt helemaal niemand. En dan al die stoere activiteiten, ook nog uitgerekend met water. Ik kan echt niet zwemmen en vind water doodeng. Ik voorzie dat ik tot allerlei dingen gepusht ga worden of in situaties kom waar ik niet in wil komen, en dan ook nog zonder enige sociale omgeving. Op kantoor zijn ze onderling rete-asociaal, dat zie ik als er bijvoorbeeld hapjes worden geserveerd, ze stormen erop af als dieren en niemand let op een ander. Daar ben ik dan als dubbele uitzondering, als enige buitenlander en ook nog vrouw, en ik versta hun taal voor geen meter. En ze spreken doorgaans in de groep echt geen Engels om mij. Het wordt in dubbel opzicht survivallen ben ik bang. Het zal inderdaad helemaal die kant op gaan.
Onderweg moet iedereen in de bus zich voorstellen en ik mag de spits afbijten. Ik moet een Nederlands liedje zingen en weet niet veel beters: "En we gaan nog niet naar huis!" Wat met de vertaling erbij dan wel weer in goede aarde valt. Na een paar uur rijden stopt de bus ineens voor een half uurtje. Ik let er niet op, maar als het nog een half uur duurt vraag ik wat er aan de hand is. "Traffic jam" is het antwoord. En dat is geen woord teveel gezegd. Er staan vier rijen breed tot ver in de bermen dikke trucks. Stil, met de motor uit, net als wij.
Dat begint in India meestal zo: Een truck raakt vast in de modder van de berm bij een inhaalpoging en staat schuin over de weghelft. De volgende truck kan er niet goed langs en gaat teveel naar rechts rijden. De tegenliggers gaan vanaf hun kant ook op de verkeerde weghelft verder en iedereen moet langzaam rijden want de doorgang is te smal. En erachter zwelt de massa dringers aan. Sommigen gaan spookrijden op de verkeerde weghelft om sneller te zijn maar kunnen daarna niet meer terug. Omdat niemand in India zich ooit aan rijbanen houdt maar gewoon rijdt waar plaats is, rijden we wel vijf rijen dik, en standaard kruipt het klein verkeer in de nog een beetje open gaten, haaks door de file zigzggend tussen de trucks door, en zo de voortgang verder onmogelijk makend. Niemand zal ook maar een beetje ruimte geven om bijvoorbeeld een blokkerend puzzelstuk te laten wegrijden zodat de prop oplost, iedereen dringt alleen maar en pakt elke centimeter vooruit die er te pakken valt. Ik vind het aardig sympbolisch voor de levenshouding van veel Indiers die ik zie in New Delhi. Algemeen belang bestaat gewoon niet, en daarmee schenden ze in feite juist het eigenbelang. Kortom: het duurt tien uur om zeven kilometer verder te komen, voornamelijk wachtend met de motor uit, af en toe twintig meter afleggend. We houden pas om 11.00 uur halt voor het ontbijt dat om 4.00 uur was gepland, en komen om 5 uur in de avond pas aan bij het kamp. Want de hele rit zit nog steeds vol trucks, maar gelukkig komen we wat sneller vooruit dan s'nachts. En ik kan nu bij dag echt goed fotograferen met dit trage tempo, want zoals gewoonlijk is het een grote show, daarbuiten.
Het tentenkamp ligt op een fantastische locatie aan een bocht van de Ganges, op een hoogte van ongeveer 1500 meter. De rivier is woest kolkend, glasgroen, en het schone zandstrand ligt vol prachtig geslepen keien. De tenten staan in rijen op een soort verhoging in de bosrand, op twee niveaux. De dames boven en de heren onderaan bij het strand. In de schemering krijgt iedere tent een eigen petroleumlamp voor de ingang en het hele kamp is meteen een sprookje. Er is een groot afdak waar het buffet wordt geserveerd, een grote vlakte voor het kampvuur, en op het strand grote ronde zonnedaken, waar je kunt neerstrijken om van het water geklater te genieten.
De bussen stromen leeg, de kliekjes doen stoer op het strand met de zwemvesten en de helmen op met veel geschreeuw, en ik voel me verloren. Ik deel mijn tent een meisje dat wegloopt terwijl ik me aan het voorstellen ben. Iedereen heeft het luidruchtig naar de zin, maar voel me steeds lechter. De hele reis niemand die me als persoon ziet, of met me praat, en ik ben totaal geen verlegen type maar klets uit mezelf makkelijk met iedereen. Komt ook omdat alles in het Hindi gaat. Ik voel me een object om naar te staren, net als op kantoor. Of hooguit om aan te vragen of ik al getrouwd ben. Ik ga maar van de ondergaande zon boven de woeste rivier genieten, verscholen op een grote kei in de bocht. Het zelfde ellendige gevoel van uitgestoten zijn dat ik op school had komt heftig boven maar met dit verschil dat ik hier echt niet bij wil horen als het zo moet. Maar toch kan ik wel janken. Als dit zo nog twee, drie dagen moet duren was ik liever thuis en voor de activiteiten hoef je mij hier echt niet te brengen daar zie ik alleen maar tegenop.
Als ik naar de tent loop om een trui te halen hoor ik van achteren iemand dichterbij komen, en ik heb geen zin in het standaard "welkland- benjegetrouwd- hoeveelkinderen- o,nou,daag" gesprek. Maar het pakt anders uit. Het is een jongen die volgens mij heeft opgemerkt dat ik niet bepaald blij ben en die me komt redden zoals het zelf zegt. En zo kom ik voor het eerst in vier maanden India normale, ontwikkelde mensen tegen waar ik interessant mee kan praten, buitenlanders even niet mee geteld! Want er hoort nog een heel groepje bij hem, die zelf ook een beetje moeite hebben met het gebeuren. Terwijl de rest van de groep honderd man sterk dronken om het kampvuur zit te lallen, zitten wij apart in het licht van de volle maan ver weg aan de rivier oever. De een zingt met professionele kwaliteit schitterende Indiase poetische liederen en die muziek is technisch erg moeilijk. De ander is een hartelijke lachebek en maakt voortdurend geestige grappen. Er worden bijzondere verhalen verteld en de nacht gaat heel snel. Ik voel me van harte geadopteerd. Ik "moet" mee in dezelfde boot raften en alle andere enge dingen doen en ik heb er helemaal geen moeite meer mee. Ze krijgen me zelfs zover dat ik in de volle stroom van boord ga, in de kolkende rivier waar je niet kunt staan. En dat zegt wat met mijn watervrees!
Kortom, ik ben inderdaad gered en niet alleen nu maar ook straks op werk. Eindelijk mensen om mee te praten en mee te gaan lunchen. Heeft het team building aspect alvast zijn werk gedaan!
Donderdag avond 11 uur dropt Harjinder mijn chauffeur me met een dikke rugzak voor het Nucleus kantoor dat er totaal anders uitziet dan overdag, helemaal donker en spookachtig. Er staan al drie van de vijf bussen klaar, ze zijn veel kleiner dan gewone, er gaan met deze trip ongeveer 120 mensen mee. Er staan hele dozen met waterflessen op de stoep, trommels, en een berg ander eten voor onderweg. Mondjesmaat komen er steeds meer feestgangers, en het zijn inderdaad voornamelijk mannen, wat ik al vreesde. Ze mogen allemaal hun familie meebrengen maar kennelijk zijn de meesten niet getrouwd, of de aanhang had geen zin. Die paar dames zijn niet bepaald toeschietelijk maar vooral bezig met giechelen in een kliekje. Er loopt een klein meneertje met een wollen muts op vreselijk druk te doen en dat blijkt Pravin, de baas van de administratie te zijn. Die hebben hun handen vol gehad met de aanmeldingen van alle 1500 Nucleiten voor 6 trips, in batches. Ze hebben tentindelingen gemaakt voor het kamperen, Nucleus T-shirts in de juiste maten voor iedereen geregeld, en alle andere logistiek die je je wel kunt voorstellen. Ik word naar bus 5 gedirigeerd waar Pravin persoonlijk een oogje op me kan houden, en mag op de voorste stoel gezellig naast twee trommels plaatsnemen, waar ik lekker kan kijken. Pravin geeft met zijn voetbalfluitje het signaal als er weer een bus mag vertrekken en daar gaan we! Het is een reis van ongeveer 7 uur en morgenvroeg om 6 uur zijn we in Rishikesh, in de Himalaya. In een tentenkamp aan de Ganges oever, waar we gaan raften en allemaal stoere mannendingen doen.
Ik zie hier echt tegenop. Ik zit nou al vier maanden op kantoor en heb letterlijk nietmand waar ik persoonlijk mee omga, of zelfs maar om mee te lunchen of koffie te drinken, behalve de Nederlandse collega's. En die gaan niet mee. Ik ken echt helemaal niemand. En dan al die stoere activiteiten, ook nog uitgerekend met water. Ik kan echt niet zwemmen en vind water doodeng. Ik voorzie dat ik tot allerlei dingen gepusht ga worden of in situaties kom waar ik niet in wil komen, en dan ook nog zonder enige sociale omgeving. Op kantoor zijn ze onderling rete-asociaal, dat zie ik als er bijvoorbeeld hapjes worden geserveerd, ze stormen erop af als dieren en niemand let op een ander. Daar ben ik dan als dubbele uitzondering, als enige buitenlander en ook nog vrouw, en ik versta hun taal voor geen meter. En ze spreken doorgaans in de groep echt geen Engels om mij. Het wordt in dubbel opzicht survivallen ben ik bang. Het zal inderdaad helemaal die kant op gaan.
Onderweg moet iedereen in de bus zich voorstellen en ik mag de spits afbijten. Ik moet een Nederlands liedje zingen en weet niet veel beters: "En we gaan nog niet naar huis!" Wat met de vertaling erbij dan wel weer in goede aarde valt. Na een paar uur rijden stopt de bus ineens voor een half uurtje. Ik let er niet op, maar als het nog een half uur duurt vraag ik wat er aan de hand is. "Traffic jam" is het antwoord. En dat is geen woord teveel gezegd. Er staan vier rijen breed tot ver in de bermen dikke trucks. Stil, met de motor uit, net als wij.


Als ik naar de tent loop om een trui te halen hoor ik van achteren iemand dichterbij komen, en ik heb geen zin in het standaard "welkland- benjegetrouwd- hoeveelkinderen- o,nou,daag" gesprek. Maar het pakt anders uit. Het is een jongen die volgens mij heeft opgemerkt dat ik niet bepaald blij ben en die me komt redden zoals het zelf zegt. En zo kom ik voor het eerst in vier maanden India normale, ontwikkelde mensen tegen waar ik interessant mee kan praten, buitenlanders even niet mee geteld! Want er hoort nog een heel groepje bij hem, die zelf ook een beetje moeite hebben met het gebeuren. Terwijl de rest van de groep honderd man sterk dronken om het kampvuur zit te lallen, zitten wij apart in het licht van de volle maan ver weg aan de rivier oever. De een zingt met professionele kwaliteit schitterende Indiase poetische liederen en die muziek is technisch erg moeilijk. De ander is een hartelijke lachebek en maakt voortdurend geestige grappen. Er worden bijzondere verhalen verteld en de nacht gaat heel snel. Ik voel me van harte geadopteerd. Ik "moet" mee in dezelfde boot raften en alle andere enge dingen doen en ik heb er helemaal geen moeite meer mee. Ze krijgen me zelfs zover dat ik in de volle stroom van boord ga, in de kolkende rivier waar je niet kunt staan. En dat zegt wat met mijn watervrees!
Kortom, ik ben inderdaad gered en niet alleen nu maar ook straks op werk. Eindelijk mensen om mee te praten en mee te gaan lunchen. Heeft het team building aspect alvast zijn werk gedaan!
Labels: nuc-outing nucouting ganges
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home