donderdag, december 28, 2006

Home leave

Ik heb er zeker naar uitgekeken: tien dagen naar Nederland met de feestdagen. En het wordt inderdaad een heerlijke vakantie, een hele echte. Ineens weer gewoon al die normale dingen waarderen: een heuse warme douche, gaan en staan waar je wilt, geen tien "Yesmadams" om je heen zodra je een blik op een winkel dreigt te werpen. En natuurlijk ben ik dolblij om Noud weer te zien na drie maanden! Om zes uur kom ik uitgeslapen op Schiphol aan, want er is een handige nachtvlucht vanuit Delhi, en daar is Noud om me op te pikken. We rijden naar mijn huis in Utrecht waar Lucien (die er tijdelijk woont) zich net klaarmaakt om naar zijn werk te gaan, en ons thee inschenkt. En dan gaat het hele drukke vakantieprogramma van start: theevisite van Kirsten en Anne die allebei een feestpakketje uit India krijgen, op kraamvisitie bij Jorien in Nijmegen, een super-diner met twintig Happy-VPRO-ers in Amsterdam waar ik Indiase roze thee voor ze maak, een prachtige uitvoering van de Hohe Messe in Vredenburg, en een fantastische menureeks van boerenkool-met-worst, hutspot, zuurkool...Oude Hollandse kaas inkopen bij mijn favoriete marktkraam, speculaasbrokken, flesje wijn, dropjes.....de hele 30 kilo koffer kan terug naar Delhi vol met eten want ik kwam heen met alleen cadeau's gevuld naar Nederland. Natuurlijk lekker bijkletsen en bij moeders thuis logeren, en overal maar weer cadeuatjes uitdelen. Maar vooral lekker warm in mijn eigen bedje slapen en bij het gaskacheltje zitten met een wijntje samen met Noud is fantastisch. Eerste Kerstdag vieren we met Noud en mama en Christien bij Tineke in haar Hans en Grietje huis op Marken, met natuurlijk een traditionele wandeling naar de vuurtoren Het Paard.
Ik moet nog mijn visum verlengen voor India want het loopt maar tot begin april en dat is veel te kort voor mijn assignment. De Indiase ambassade in Den Haag is gewoon een klein stukje Indiase chaos in Nederland: onduidelijke ambtelijke regeltjes, teveel mensen die in een te kleine ruimte moeten wachten, en vooral: het proces kost je een complete dag. Een wat oudere man achter de balie meent me te herkennen, en ik gok dat hij degene is waar ik twee jaar terug mee sprak toen ik naar Bangalore ging. Ik waag het erop en vraag geinteresseerd naar zijn dochter die bij Infosys Bangalore werkt, hij gaf me indertijd zelfs haar adres. En ja, het klopt. Kennelijk helpt deze vertrouwdheid, want ik praat een visum los voor een heel jaar! Dat lukte de journalist voor ons niet. Het komt goed uit, zo kan ik eind 2007 makkelijk een paar weekjes terug voor vakantie.

De twaalf dagen zijn om in een wip, en het is echt vakantie. Heel gek eigenlijk: een vliegtuig nemen naar Nederland op en neer voor vakantie, het voelt raar. Gelukkig komt mijn zus Christien mee naar Delhi terug, en gaan we daar nog een paar weekjes vakantie vieren. De overgang zou anders toch minder fijn zijn...

donderdag, december 21, 2006

Surajgarh deel II

Na een paar bochten door het stadje staan we voor de poort van het paleisje. Die is groot en dicht, en zit eigenlijk op een rare plaats, een beetje verstopt in een achteraf straatje. Maar als hij opengaat is het toch wel een vorstelijke ontvangst. Er komen allerlei bedienden aangesneld die de bagage uit de auto laden en ons blij toelachen. We gaan de grote hoofdingang door en staan in een enorme hal waar Aditya al op ons wacht. Er hangen portretten van voorouders, en ook de recente portretten van de huidige koninklijke familie staan tentoongesteld. Het is echt een soort hotellobby, met luie stoelen en salontafels. Dat is ook terecht, want wij zijn nu wel privegasten maar een groot deel van het paleisje wordt inderdaad als hotel gebruikt. We worden voorgesteld aan de nieuwe hotelmanager en aan Lila, die al jaren hoofd van de huishouding is. Dan worden we naar onze kamer gebracht, helemaal boven in het paleisje met een eigen dakterras en uitzicht over de stad, met een schitterende roze zonsondergang. We kijken ook neer op de centrale binnenplaats, waar ze al bezig zijn het buffet voor het avondeten op te stellen. De bedienden maken er twee vuren aan in grote ijzeren bakken, en we borrelen met hapjes en een wijntje tot de muziek gaat beginnen. Vanavond is er namelijk een plaatselijke troubadour die voor de gasten zal optreden, die hoort bij de hofhouding. De hotelgasten komen er ook geleidelijk bij zitten en dan gaat het concert van start. Er zijn vier muzikanten. Twee zusjes van zo'n beetje tien en acht jaar oud zingen, er is een jongen met een trommel, en een oudere man die een eigenaardig strijkinstrument bespeelt. Het ziet er zelfgemaakt uit, en is kleurig beschilderd. Een grote kalebas van bijna dertig centimeter die de klankkast vormt en een lange steel heeft, met zeven heel dunne metalen snaren bespannen, die hij niet bespeelt. Er is daarnaast ook een dikke darmsnaar die een beetje scheef naast de steel van het
instrument loopt. Met de duim van de rechterhand bepaalt hij de toon van die snaar, terwijl de linkerhand strijkt. Op die ene snaar speelt hij haarzuiver een prachtige melodie, oosters en melancholisch. De metalen snaren gonzen een beetje mee als ondertoon. Ik hoor nog ergens tamboerijnbellen klepperen, maar kan niet goed zien wie dat doet want ze zitten tussen de zuilen, en niet iedereen is goed in beeld. Maar dan ontdek ik dat de bellen aan de strijkstok vast zitten en dat het ritme van het strijken ze laat klinken! Het repertoire bestaat uit epische teksten uit deze streek en de taal kan niet worden verstaan door het hier aanwezige Indiase publiek. Dan staat het kleinste van de meisjes op en begint als een wervelwind te dansen, met heupbewegingen en helemaal stipt in het ritme. Haar kleurige klederdracht zwiert om haar heen en benadrukt de bewegingen nog extra. Ze komt ineens naar me toe en ik moet ook. Dus ik trap mijn schoenen uit en doe zo goed als ik kan met haar mee op blote voeten, en het is geen gemakkelijk dansje! Er komt nog een andere artiest van het huis, die heel mooi de geschiedenis van de koninklijke familie vertelt, van Alexander de Grote, hoe diens Indiase expeditie hier door voorvader Polus werd gestopt. Hij spreekt Hindi maar je kunt aan alles horen en zien dat hij een goed verteller is, zijn dictie is melodisch en mooi, een soort muziek ondersteund door zijn gebaren. Iedereen is een half uur aan zijn mond gekluisterd en ze willen meer als hij klaar is. Er wordt een buffet geserveerd als avondmaal en we praten nog lang na met wijn bij het vuur. We zitten onder een sterrenhemel die lijkt op een donkerblauw langwerpig laken met gouden stipjes, dat boven de binnenplaats is gespannen. En dan vertrek ik naar de bovenste kamer van het paleisje om te gaan slapen...

woensdag, december 20, 2006

Naar de Maharaja - deel I

De locatie was wel passend: tijdens de high-tea in het Imperial zaten we uit te rusten van een uitputtende shop escapade. Alexandra werd gebeld door haar vriend de Maharaja van Kangra, die suggereerde dat we samen maar een trein moesten pakken en naar hem toe komen in zijn winterpaleisje. Nou gaat die trein 1 per dag en komt om 4 uur s’nachts aan, en dat wisten we niet eens zeker. Dus het werd een huur-autootje met chauffeur.
Ik heb de Maharaja pas een keer ontmoet bij de kerstborrel van de Nederlandse Vereniging. Afgelopen donderdag heb ik ruim een uur met hem zitten praten. Een gemoedelijke aardige man die eruit ziet zoals je van een maharaja mag verwachten: met een soort fez op en een grijs Indiaas pak met een recht Chinees kraagje, en een opvallende gouden ring aan de pink. Een echte heer die voortreffelijk Engels spreekt met een sjiek accent en door bijna alle landen van Europa heeft gereisd.

Het is de eerste keer dat ik echt de stad uit kom voor een tocht ver buiten New Delhi, een autoreis van viereneenhalf uur naar Surajgarh. En iedere minuut van de rit is interessant en leuk. Om te beginnen is het verkeer in India altijd leuk, alleen al om de talloze rare zaken die je op straat ziet hobbelen en de gezellig beschilderde achterkanten van de vrachtwagens waar je achter rijdt. Maar als we Rajastan bereiken wordt ook het landschap prachtig. De mosterdplanten beginnen op te komen en kleuren het landschap schitterend helder-groen. Her en der staan kale bomen die door kamelen consequent zijn geknot, ze eten de blaadjes netjes weg. De weg zit vol gaten en het rijden vergt veel opletten en alert zijn voor overstekende wandelaars en loslopend vee. Maar het belet de chauffeur niet om er flink de vaart in te zetten. Hij moet ook oppassen voor extra langzaam ander verkeer. Grote houten vrachtkarren die gemakkelijk de hele wegbreedte in beslag nemen. Eigenlijk zijn het meer rijdende hooibergen, ze bestaan uit vier hoekpalen met daartussen doek gespannen, en zijn gevuld met gras. De wagens worden getrokken door slaperig aandoende kamelen, die er op hun dooie gemakje voor wandelen. Van achteren kijk je onder de as van de kar door en zie je de kalme elegante pantoffelgang van de kamelenvoetjes eronderdoor.

We komen door kleine dorpjes en die zijn nog rommeliger en geimproviseerder dan de rommeligste wijken van Delhi. Je kijkt in allerlei winkeltjes, en kapperszaakjes, het wemelt van de mensen op straat die lopen te sjouwen, of juist voor zich uit zitten te staren op een boomstam. Je ziet allerlei handelswaar opgesteld in en voor de open winkeltjes. Rijen autobanden, bedden onderdelen, je kan het zo gek niet bedenken of je ziet het, er staan ook rijen grote witmetalen potten, die je kent van foto's waar ze door de vrouwen in Rajastan op het hoofd worden gedragen. Er loopt allelei vee los rond, (koeien waren we in Delhi al wel gewend) maar hier lopen ook varkens, muildieren, ezeltjes met zware lasten op de rug, geitjes, en natuurlijk veel kamelen! Het laatste stuk van de route gaat over een weg die beduidend beter is, mooi nieuw glad asfalt. Later zal blijken hoe dat komt: de maharaja maakt van delen van zijn paleizen hotelkamers, en gasten uit Delhi moeten hem dus goed en comfortabel kunnen bereiken. Een beetje invloed uitoefenen bij het ministerie helpt een maharaja in India nog gewoon om die asfaltlaag te regelen. Mijn achterwerk is er wel blij mee. En dan ineens....rijden we de stad Surajgarh binnen. Ik kijk uit naar het paleis!

maandag, december 18, 2006

Prive gast van de maharaja

Het is inmiddels half twee aan het worden hier, en ik kom net terug. Ik ben een weekeind te gast geweest in het winterpaleis van zijne koninklijke hoogheid maharaja Aditya Dev Chand Katoch. De royal family van Kangra koopt forten en paleisjes zoals ik zakken kraaltjes bij Kinari bazar. We hebben een toertje gemaakt langs de nieuwste objecten, het was een mooie rit in de jeep door Rajastan, het eten was heerlijk en ik genoot van een Indiaas prive concert op de binnenplaats van het paleisje met lichtjes en open vuur voor de gezelligheid. De maharadja vertelde zijn familiegeschiedenis, de dynastie is 3000 jaar ononderbroken en de oudste van India. Ze hebben nog tegen Alexander de Grote gevochten. Wat ik heb meegemaakt is bijna teveel en te bijzonder om na te vertellen. Daarom binnenkort in verschillende delen het verslag. Nu voor het naar bed gaan maar even snel wat fotootjes om alvast in de stemming te komen..


vrijdag, december 15, 2006

Chandni Chowk

Vandaag ga ik eindelijk voor het eerst het oude centrum van Delhi in, die plaats waar je over leest dat je er gek wordt, verdwaalt, dat er niet door te komen is en waar de straatjes een mens breed zijn. Een plek kortom waar je voor wordt gewaarschuwd. De wijk heet Chandni Chowk en staat vol oorspronkelijke gebouwen oude stijl. Er is een duidelijke missie: ik moet koperen beslag hebben voor leer; gespen, ringen, studjes en "jam-buttons" en die groothandel zit in dit gedeelte van de stad. Alexandra moet er ook zijn en we nemen samen een taxi vanaf Defense Colony die ons afzet in Sadar Bazar. De auto kan hier niet verder en de chauffeur raadt ons een fiets-riksja aan vanaf hier. Dat is een heuse attractie: je zit letterlijk hoog, droog en veilig in het zonnetje en kan op je gemak alles observeren want je gaat niet sneller dan stapvoets. Ik kijk mijn ogen uit. Dit is meer "India" dan welke andere wijk van Delhi ook. Er is geschreeuw, getoeter, fietsbellen reutelen aan alle kanten, en overal zijn tanige kleine mensen in smoezelige pyama's aan het sjouwen, duwen, trekken, sjorren om enorme ladingen teverplaatsen. Ik zie prachtige fruitstallen en handkarren met grote ladingen grof dichtgenaaide juten balen waar droge rode pepertjes uitpiepen door de naden. Alle soorten en maten van scheve en fout gespelde uithangborden hangen onbeperkt over elkaar heen gespijkerd te wiebelen. Als toppunt van versiering klonteren vieze rommelige kluwens van electriciteitskabels als guirlandes langs de gevels. Nergens is een vierkante centimeter rust voor je ogen en op de weg geen centimeter uitwijk. Onderweg kopen we allebei een paar mooi bestempelde juten thee verpakkingen als tassen waar de laatste theeblaadjes nog uit rollen. Die kun je hier te kust en te keur krijgen, heel handig voor mijn losgeslagen wolvooraadje thuis. We doen Kinari bazaar aan voor wat aanvullende pondjes kralen, en blijven hangen in talloze ambachtelijke zilver winkeltjes met traditionele sieraden. Als ik bij een garenwinkeltje vraag wat een klosje kost, antwoordt de man tot mijn verbazing: "150 rupees". Dat is bijna drie Euro! Maar nee, daar krijg je 144 verschillend gekleurde hele klossen in een doos voor. De winkel met lederbeslag is geweldig: ouderwets en bijzonder goed gesorteerd en gerund door twee imposante Sikhs met tulband. Je vindt er gespen, sloten voor koffers, ringen, klemmen, en allerlei knopen en klinknagels om door leer te ponsen. We doen er wel een uur over om een mooie collectie bij elkaar te zoeken, steeds gehinderd door mannetjes met armenvol kant-en-klare handtassen waar ze de metalen elementen voor zoeken om ze na te maken. Je kunt hier zelfs metalen logo-versierselen krijgen van alle Franse en Italiaanse topmerken. Als we eindlijk klaar zijn zetten we met een autoriksja koers naar het Imperial Hotel om van een welverdiende high tea te genieten in stilte. En met een krantje erbij.
Wat een fijne vermoeiende dag!

maandag, december 11, 2006

Miserabele flut prut

Dat India niet bekend staat om kwaliteit wisten we. Maar wat voor achterlijk derde-wereldland het echt is merk je goed als je er woont. Ik heb natuurlijk vantevoren al veel ingecalculeerd en een heel lage verwachting en de drempel voor klachten enorm hoog gelegd bij mezelf. Het weer is lekker, er zijn leuke dingen te doen, prachtige textielspullen, voor mijn interessen een luilekkerland met kraaltjes spiegeltjes en zijden stofjes en een rijke culturele historie. Maar zelfs als bevoorrechte expat is het survivallen. Ik woon in een gemeubileerd appartementje in de nette wijk van New Delhi. De huur bedraagt misschien wel bijna zoveel als iemands maandsalaris in Nederland. Dat is dan een goedkoop buitenkansje. En wat krijg je daarvoor? Een heel mooi gelegen apartement, heerlijke zon en lichtval, fijne architectuur, echt bijzonder, met een fantastisch dakterras en een schitterend antiek bed van 150 jaar oud. Maar wel: Indiase flut-kwaliteit. Derdewereld nivo.

Douchen? Er zijn drie badkamers maar geen enkele douche maakt het mogelijk je haar of zelfs jezelf te wassen. Je kunt kiezen: een piesstraaltje loeiheet water of een piesstraaltje lauw water. Dus dan maar uit drie verschillende boilers emmertjes water in een teiltje storten, en met een plastic hoosvat - zo een waarmee Indiers zich van achteren wassen inplaats van wc-papier te nemen - water over je heen hozen uit het teiltje. Om nog een beetje nat te worden onder de douche en de shampoo weg te spoelen. De hele ceremonie kost inclusief opwarmen van de boilers en water sjouwen algauw een uurtje. Dan heb ik het nog niet eens over de levensgevaarlijke boiler die me zonder overdrijven had kunnen electrocuteren door kostsluiting en lekkage met een blankstaande badkamer, uitfikkende stopcontacten, en flashes electrische vonken in de douchecabine. Toilet? De wc-bril is van te zacht plastic dat door schuursponsen zo ruw is gekrast, dat het vuil is geimpregneerd en de eens witte kleur een grijzig grauwsluier heeft. Als je gaat zitten krijg je steevast de vallende klep tegen je rug, want het doorbuigende plastic trekt hem omlaag. Lampen? In twee maanden tijd hebben van de 30 gloeilampen twaalf het begeven. Of het door de lampenkwaliteit komt of door de onregelmatige netspanning? Stopcontacten? Gemiddeld een op de drie geeft geen stroom. En zoals eerder geschreven: je moet met zacht geweld en veel behendigheid met een breinaald de gaten openduwen, anders kan de stekker er niet in. Dus met gevaar voor schokken en die heb ik dan ook vaak gehad. De stekker komt er vanzelf uit na een poosje. Over dagelijkse totale stroomuitval hebben we het even niet, dat is zowiezo standaard. Meubels? Standaard willen de laden niet open en niet dicht, zijn ze scheef, en klemmen alle bewegende delen. Sloten? Ofwel de sleutel is zo week als een natte krant en je draait hem aan gort, ofwel het slot en de deur passen zo slecht dat er nog steeds niets open of dicht kan. Internet? Ieder half uur even resetten en een poosje wachten. Deuren en ramen? Tweederde van de ramen van mijn huis kan niet passend in de sponningen geduwd dus staat permanent open en kan niet op slot. Met de Delhinese muggenstand, smog, en veiligheid echt fijn. En de bonusprijs is voor....de voordeur. Die kan net half open en dan loopt hij binnen vast op de marmeren vloer. Er is goed mee te leven, allemaal bijzaken. Maar de grootste ergernis...

Een week of twee geleden begon het. Een of ander aggregaat achter het huis in de brandgang werd daar neergezet door buren voor verbouwings activititeiten. Geen noodaggregaat voor stroomuitval, maar een permanent. Enorme herrie. Als de exacte afstand van mijn slaapkamerraam tot het aggregaat 6 meter is, is het veel. Je kunt elkaar in mijn slaapkamer niet verstaan. Het ruikt er naar diesel, en als mijn mobiel naast het bed luid overgaat hoor je hem niet. Om twaalf uur s'nachts wou ik slapen, maar het leek wel of ik in de machinekamer van een tanker lag. Er werd geschreeuwd, er waren bouwgeluiden en kletterende ijzeren stangen. En het aggregaat ging door. Door alle oordoppen van drie jaar KLM business-class reizen heen. Tot half twee...Ik was er zelf ook helemaal doorheen, door mijn slaap zeker, dan maar wat rusten door het liggen. Ik dacht nog: "Dit is tijdelijk, dat kunnen ze toch niet maken, er moet misschien even iets snel af voor morgen". Maar de volgende nacht was het aggregaat er nog steeds, tot twee uur deze keer, en de hele week erna tot half drie.

Inmiddels zijn we weer een week verder en ik heb er een gewoonte van gemaakt niet meer in de slaapkamer te slapen. Al twee weken sleep ik mijn matras iedere avond naar de koude marmeren voorkamer om daar op de grond te slapen, waar het geluid net iets minder is, maar nog steeds formidabel. Ik lig daar onbehaaglijk in het volle lantarenlicht van buiten. In het volle zicht door de glazen voordeur. En iedere ochtend weer terug netjes het antieke bed opmaken want wie weet is het aggregaat vanavond weg... Een geluk bij een ongeluk is dat mijn matras ook Indiase kwaliteit heeft: een lap schuimrubber met een synthetisch stofje eromheen, dus het sleept gemakkelijk. Vannacht is na twee weken het record. Om 03.55 uur is het kreng pas stil. Om vijf uur zullen de moskeeen hun gejank gaan luidsprekeren. En om zeven uur moet ik eruit voor mijn werk....
Wat kan ik verlangen naar een zeker oud huisje in de binnenstad van Utrecht met een beetje achterstallig verfwerk....

zaterdag, december 02, 2006

Sint

Er zijn al wat wervende mails aan vooraf gegaan, maar vandaag is het zo ver: Sinterklaas wordt gevierd voor en door de Nederlandstaligen in New Delhi. Dat zijn voornamelijk de Nederlanders zelf en een handje vol Belgen. Ook dit feest is weer op een farmhouse ergens buiten de stad en je moet er drie kwartier voor uittrekken met de taxi om er te komen. Op het gras is een mooi zonnedak neergezet en een luxe bank voor de Sint. Er zijn zowaar echte Hollandse speculaasbrokken, peperbollen, marsepein, banketstaaf, en Nederlandse vlaggetjes om de ingang te markeren. Dat alles is een geschenk van de ambassade, en speciaal ingevlogen met de diplomatieke post. Het smaakt heerlijk en authentiek. Het welbekende Sinterklaasje- kom- maar- binnen- met- je- knecht schalt over het grasveld en daar komt hij dan: de mijter steekt van verre zichtbaar hoog boven de ommuring uit. Want deze keer rijdt hij niet op zijn paard Amerigo, maar op...een olifant! Hij moet er met een keukentrapje voorzichtig af worden geholpen want de oude man in toga is niet behendig genoeg om de olifantenpoot als afstapje te nemen. De schimmel Amerigo mocht vandaag bij wijze van hoge eer meedoen in een polo wedstrijd, dus het moest dan maar zo. Het is wel gevaarlijk, want hij is bijna met de mijter in een elektriciteitsdraad gekomen...Sint heeft een Olympisch Pieten-team bij zich om snel en effectief te werk te kunnen gaan, alleen een Pietje is op tut-sandaaltjes, want die wilde liever mooi zijn. Dat vinden de Volleybal Piet en de Voetbal Piet maar niks, maar uiteindelijk komt het Pietendansje nog goed, als de tutsandaaltjes plaatsmaken voor sportschoenen. Er zijn erg veel kinderen en volwassenen, leuk om ze weer eens te zien, ik begin er al best veel te kennen. Ik spreek met een heel leuk meisje dat hier in haar eentje het concept voor Free-Cards aan het neerzetten is met haar eigen bedrijf, wat een gehaal andere onderneming is dan het in een westers land zou zijn geweest. De ambassadeur kan er niet bij zijn, die is naar een landbouwbeurs, maar dat mag de pret niet drukken. Het is verder een vrij standaard Sinterklaas feest, en goed georganiseerd, met kinderen die bij de Sint komen en pakjes, en liedjes en poppenkast als de Sint weg is. Maar buiten in de warme Indiase zon en zonder kou, maneschijn, gluhwein en warme chocolademelk....