zaterdag, maart 24, 2007

Julundhur - Punjab

Na Jaipur een geheel ander weekeindje uit. Niet zozeer voor de monumenten en de Lonely Planet bezienswaardigheden. Maar voor de sociale pret, onderweg en ter plekke. Ik ben uitgenodigd om een lang weekeind met collega's mee te gaan naar de streek waar ze vandaan komen, naar Jalandhar (of moet ik Julundhur schrijven zoals in Google Earth?)in de streek Punjab naar hun ouders. En zo zit ik om 9 uur s'avond in Oud Delhi aan de frieten bij de McDonalds, het verzamelpunt. Ik stond daar op straat ergens nootjes te kopen voor onderweg en natuurlijk was de vraag van de verkoper uit welk land ik kwam en wat ik hier deed. Ik antwoordde standaard, dat ik bij een software company werk, Nucleus. Mijn woorden waren nog niet koud of er stond plotseling iemand naast me met een Nucleus t-shirt aan, het leek wel toverij! Toevallig ook iemand die ook naar die MacDonalds moest, ik kende hem nog niet maar hij hoort ook bij ons groepje reizigers. We vertrekken met zijn achten met een of andere gare busonderneming in dezelfde soort slaapbussen die we eerder al hadden naar Dharamshala.
Ik deel deze keer de hoogslaper-bedstee met Sonal en we kletsen er lekker op los terwijl de mannen de internet verbinding onderweg gebruiken om de cricket stand bij te houden in hun bedstee aan de overkant van het gangpad. Op ooghoogte schuiven in alle kleuren en geuren de hoog opgetaste tulbanden langs door datzelfde gangpad, en als de chauffeur abrupt remt, en daarom met een passagier in gevecht komt wordt het echt druk: ze stromen allemaal naar de plaats van delict en het wordt een uitbundig geschreeuw daar voorin. Het is een gehobbel als vanouds, met trucks, stops, en luide muziek aan boord, en dan wordt het licht en staan we in de koude ochtendmist met de bagage op ieders afhaal auto te wachten. Ik weet niet eens bij wie van de groep ik zal slapen, en het blijkt bij Sonal te worden. Ze wonen in een ruim huis in een buitenwijk van Jalandhar, en ik voel met meteen thuis bij haar ouders. Broerlief is gesommeerd als chauffuer voor de komende twee dagen. Sonal's moeder moet rennen voor een vergadering van haar school, en komt prachtig gekleed tevoorschijn in een mooie zwart-gouden sari. Ik maak haar omstandig complimenten, en dat is het alleszins waard. Maar wij gaan lekker even onder zeil, want het was toch wel een vermoeiende reis.

Na een warme lunch waarbij ik geen van de gerechten ken, maar die heel erg lekker is, gaan we er op uit. We hebben al de hele reis lopen lachen om een proleterig gebruik dat zichzelf respecterende buurtgenoten hier hanteren als ze naar het buitenland geweest zijn - die status moet duidelijk bekend gemaakt worden.. De watertank op het dak krijgt de vorm van een vliegtuig. Liefst in de kleuren van het bezochte buitenland. En nu heb ik de kans er een te zien: een pronkjuweel van huisvlijt en een landmark in de wijk!

We maken een rondje langs de anderen: eerst naar de ouders van Prateek die in het drukke winkelgebied van de stad wonen. Er is in verband met de religieuze feestdage een processie aan de gang, waar we even blijven kijken, vlakbij hun huis. En daarna verder om Neha op te halen. Dus twee keer visite, en twee keer een propvolle kamer vol nieuwe gezichten en namen om te onthouden en vragen om te beantwoorden, maar het is wel gezellig en er wordt veel gelachen!

Als Madhur er ook is met zijn scooter gaan we naar de belangrijkste tempel, waar het heel druk is. Er is namelijk een vastenperiode aan de gang en de tempel is helemaal versierd met lichtjes en erg groot. Het is een heel complex met bijgebouwen en en waterpartijen en nagebouwde rotsen uit de mythologie, waar je op blote voeten door een ondergrondse stroom loopt. We maken een lange ronde langs alle onderdelen. Ik vind het erg jammer dat ik zo weinig afweet van de goden en halfgoden. Iemand zegt dat het er wel een half miljoen zijn, maar de belangrijkste zou ik toch wel willen kennen. Bij een klein tempeltje krijg ik een bloemenkrans van afrikaantjes en dan rijden we verder. Er is buiten de stad een openlucht museum dat helemaal in stijl is van de dorpjes in de Punjab. Er is een kleurijke dansshow gaande met opzwepende muziek en veel verschillende klederdrachten. Er zijn ambachten te zien, antiek ingerichte dorps huisjes, en in een ervan staat mijn schatkistje uit Dharamshala, en net zo'n bewerkt houten bed als ik in Delhi heb. We eindigen in het restaurant waar het eten op traditonele manier wordt opgediend op loodzwaar koperen servies. De enorme tulbanden die je hier in de Punjab nog veel meer ziet dan in Delhi blijven me intrigeren. Naast ons zitten een stuk of vijf enorme exemplaren, en dan zijn het ook nog eens lange brede mannen met geweldige baarden en ronde vette buiken. Dan zie je wat als die met zijn allen opstaan en de colonne langs loopt! De broer van Sonal leert me een nieuwe term voor de Sikhs-puntmutsen: "Titanics". En ja, ze zijn minstens even imposant.

We rijden met zijn allen opgepropt in de auto van de vader van Sonal en onderweg komt er op verzoek Punjabi dansmuziek. En dan maar meejuichen en klappen en brullen in dat autootje op die weg vol gaten. Je wordt letterlijk gedanst door de bobbels. Geen doorsnee ritje! Iedereen wordt weer netjes afgezet bij de juiste adressen en dan rijden we vlot naar huis. De straten zijn erg verlaten en als er ergens een paar automobilisten proberen ons te stoppen trekken we vol gas op...wegwezen. Je weet niet wat ze van plan zijn. De straten zijn hier tien keer zo desolaat en angstaanjagend als in Delhi. Het is niet irreeel om bang te zijn voor alles wat beweegt, vertellen ze me. We kijken nog een poos achterom of we worden gevolgd en Shitij neemt expres een paar tussendoor afschud kronkels. Gelukkig! veilig thuis! Morgen lekker uitslapen!

Labels:

donderdag, maart 22, 2007

Gasten!

Het is al vaak ter sprake geweest, maar nu is het tijd om woorden om te zetten in daden. Het eerste New Friends Dans Diner bij mij thuis in New Friends Colony. Ik nodig mijn nieuwe vrienden van Nucleus uit bij me thuis, voor een feestelijk diner. Ik ben behoorlijk onzeker over wat ze daar hier in India van verwachten, de tijden, en de gebruiken, en waar houden ze van? En nog een verschil: ze drinken geen alcohol en eten geen vlees. Van wat ik tot nu toe aan diners heb gezien wordt het eten hier altijd heel laat geserveerd, zo tegen elf uur s'avonds, en het dansen doen ze ervoor in plaats van erna zoals bij ons. Ik heb nog niet eerder mensen te eten gehad hier in Delhi, en dat mis ik gewoon. Thuis in Utrecht houd ik regelmatig diners, vaak met meerdere logeergasten die dan te ver wonen of niet willen rijden, en de mooie optie voor een super ontbijt de volgende ochtend.
Het is wel een uitdaging om dezelfde hoge standaard aan te houden als thuis. Ik heb maar enkele borden en in mijn keuken kun je nauwelijks koken want er zijn niet echt veel keukenspullen en met de pannen houdt het al helemaal gauw op. En dan nog: mijn gasten hebben hier een heel andere smaak om rekening mee te houden. Indiaas koken kan ik maar beter niet voor ze doen. En een westers menu zou niet echt gaan, en ik zou de ingredienten niet eens kunnen vinden. Maar gelukkig heb ik mijn nieuwe stijlvolle wit batisten tafellaken met servetten uit Jaipur voor de sfeer, en waxine lichtjes uit Nederland. Borden kan ik lenen bij Robbert. Dus hup! Het beste ervan maken en maar gewoon toegeven aan de gastvrouw genen.
Maar er zijn meer praktische zaken om te regelen. We zijn hier nog steeds in India en het openbaar vervoer is niet wat je zou willen. Het neemt twee uur voor mijn gasten om die twintig kilometer naar huis te komen, naar Noida en na zessen wordt het helemaal moeilijk. En om nou voor zessen klaar te zijn met het feest...Maar geen getreur, ik regel voor de gasten die uit Noida komen dat Harjinder de chauffeur ze ophaalt en dropt, en betaal zelf want voor hen is dat erg duur. Probleem opgelost!
Ik heb zelf nooit erg mijn best gedaan om hier producten en eten te vinden dat ik lekker vind, en het is er toch niet echt. Maar nou ik gasten krijg is dat een reden om er eens goed mijn best voor te doen. ik ga op escapade door de buurt en vnd zowaar een winkel waar ze cake en muffins verkopen. En de winkel waar ik gewoonlijk veel kom blijkt vanille ijs te verkopen. Het pak ziet er van buiten kleverig en doorgelopen uit, alsof het is ontdooid en weer ingevroren maar ik heb geen keus. Twee menu blaadjes van restaurants voor thuisbezorging naast de telefoon leggen en klaar!
Het diner pakt inderdaad goed uit. Ik zet bij ieder bord een grote Delftsblauwe klomp met suikeren hartjes erin en doe er bij elke een briefje met een Hollandse spreuk in, inclusief uitspraak: "Allz duh catt vn huyss is dannsenn duh muy-zen op taahfel"
"Duh hont inn duh pot vinndenn" Af en toe lezen we er een voor en het slaat goed aan want sommige uitspraken zijn echt passend. Zoals die voor Neha: "Doo meahr khewoan dann doo yuh all kheck khenoogh!" Dat soort dingen is altijd handig voor de conversatie en levert veel stof to gesprek.

Maar het hele diner deel wordt niet eens het zwaartepunt, want het feestelijk diner loopt uit op een dansfeest. Ik kon zelf nooit leuke Indiase dansmuziek vinden op internet maar mijn gasten weten daar alles van en maken van mijn laptop een digitaal muziekcentrum. De kleine speaker boxjes die ik mee heb uit Nederland zijn goed genoeg om van het huis een discotheek te maken. Het eten wordt bezorgd en blijft eindeloos op tafel koud worden want we zijn zo lekker aan het dansen, met Madhur in de lead als inspirator voor "Gekke Bewegingen."
De tijd vliegt en we zijn het er over eens dat we volgende keer langer moeten dansen en meer muziek moeten regelen en dat eten laten wachten. Ik voel me nu pas goed thuis door hier gasten te ontvangen, en eindelijk wordt de grote lege ruimte een goed benut! En ik heb nog genoeg restjes om morgen mijn eigen prive feestje te houden.

maandag, maart 12, 2007

Drie maal diner

De Nederlandse Vereniging in New Delhi organiseert regelmatig een sportdag voor alle Nederlanders en vandaag is het weer zover. Mijn tweede, hier. En zoals gewoonlijk is het op het landgoed van de Nederlandse directeur van Shell India, met compleet sportcomplex in de tuin. Ik kom wat later want ik slaap altijd heel moeilijk hier in India en ben gewoon te moe om om 11 uur paraat te staan en de hele dag te rennen. Er zijn deze keer veel nieuwe gezichten, maar drie in het bijzonder. Coos, Carel en Casper vormen samen het Trio C. Ze hebben een kampeerbus gekocht en zijn helemaal vanuit Nederland, dwars door Irak, Iran en Pakistan naar India gereden, en in dit land ook alweer alles van noord tot zuid doorkruist. Ze zijn nu in Delhi om te wachten op een visum voor Iran, zodat ze de terugreis kunnen aanvaarden via Kirgizistan, Oezbekistan, enzovoort. Ze hebben hier in Delhi een paar concerten gegeven, en een van de Nederlanders heeft ze uitgenodigd voor deze dag, met barbecue na. Wat voor de rondtrekkende musici best leuk is, en meteen een kans om weer eens goed te douchen. Waar ik op hoopte gebeurt: de instrumenten komen tevoorschijn en we krijgen een concert! Een accordeon, een viool, en een klarinet, en een spetterend repertoire met klezmer, balkan, eigenlijk alles door elkaar aan aanstekelijke volksmuziek. Ze gaan ieder jaar een maand naar Oost-Europa om meer repertoire op te doen, en bouwen het vooral op door het uit te wisselen met lokale volksmuzikanten. En ze zijn goed, uitgesproken goed. Alles is goed, het is zuiver, de timing is perfect, ze zijn fantastisch op elkaar ingespeeld, er zitten muzikale grappen in en de menging van de instrumenten is ook helemaal zoals die moet zijn, echt professioneel, ik ben erg onder de indruk. Ik krijg warme herinneringen aan de tournees die we maakten als studenten met Collegum Musicum naar Tsjechie en Zweden, en om het helemaal af te maken is er een kampvuur en vliegen de heerlijkste geuren van de barbecue langs. Het is een mooie warme avond, heerlijk eten, leuke gesprekken, er hoeft niets meer bij. Maar er komt meer...

Aditya (de maharaja) en Alexandra mijn Nederlandse vriendin zijn er ook en we hebben het uitgebreid over de verbouwingsplannen in Dharamshala, zijn zomerverblijf. Mijn rafting weekeind in Rishikesh met werk komt ter sprake en als hij hoort dat ik daar eerst echt eenzaam was, krijgt hij kennelijk de geest om daar eens iets aan te doen. Hij zit hier zelf als enige Indier en maakt tussen de Nederlanders hetzelfde mee, ze houden zich allemaal bezig met de eigen kliekjes en doen geen moeite even te komen kennis maken. Ik moet mee naar een feest waar hij nu heengaat bij vrienden, kan ik eens wat goeie mensen spreken, een tweede barbecue, en ja waarom niet? Dus ik stap bij hen in en mijn auto met chauffeur volgt. Onderweg komt de tweede verrassing: Patrick Debeijtere is jarig, de beste vriend van Aditya, en we moeten even langs om te feliciteren. We stoppen bij wat Aditya noemt "het mooiste ambassadegebouw van New Delhi", die van Belgie, zijn vriend is de ambassadeur en dit is Aditya's tweede thuis in Delhi. En inderdaad. Een gebouw met kasteelachtige allure, in Berlagestijl van bakstenen, en schitterend omgeven met fonteinen, poorten, en afdaken en allerlei terras nivo's. Daar kan de Nederlandse ambassade niet aan tippen, en die is niet mis. We moeten ons even melden en wachten in de enorm hoge, schitterende hal vol kunst en met een prachtige architectuur, en dan gaat er een soort dubbele eiken kasteeldeur open en staan we ineens in een besloten eetkamer, met een mooi gedekte ronde tafel waar het gezin net aan de maaltijd zit. De twee zoontjes, de ambassadeur en zijn vrouw, en twee logees. We moeten aanschuiven en het scheelt niet veel of dit wordt ons tweede diner. Maar met wijn op zijn verjaardag klinken, dat moet zeker! Professionele, grote wijnglazen, bedienden met witte handschoenen, het is hier toch weer een tikje meer Bourgondische klasse dan bij de Hollanders. We kletsen over van alles en nog wat en ik voel me in het begin een beetje vreemd, een soort indringer in een gezin dat ik niet ken, maar dat duurt niet lang. Patrick vraagt wat ik in Delhi doe en wordt extra belangstellend als ik vertel wat mijn Nederlandse werkgever is. Hij gaat meteen anekdoten over onze grote baas en CEO vertellen, die hij goed kent want die is ook Belg. Het zijn erg hartelijke mensen en je voelt dat het een harmonieus gezin moet zijn. De "schattekes" zoals hun vader ze noemt - en dat zijn het - presenteren een sigaar en dan komt de verjaardagstaart op tafel. Iedereen een stuk Belgische chocoladetaart, die smaakt! Het is anderhalf uur later als de moeder en de kinderen naar bed gaan en wij opstappen want er staat nog een feestje op het programma, dit was maar een intermezzo. Maar wel een heel mooie indruk, een soort enclave van zeldzame Europese kwaliteit in India, en een warme herinnering.

Het volgende feest heeft ook een leuke verrassing. Hier zijn veel polo-mensen en ik praat met een dame die met haar man samen eigenaar is van de hele poloclub. Verderop tusen de gasten valt me een grote athlethische man op met punttulband, en ik herken hem van mijn polo foto's. Die speelde in de laatste wedstrijd voor kerst waar ik was! En daar was ook een of andere gekke cavalerie Captain, die ik mijn mobiel nummer gaf om ons groepje te bellen voor de afterparty toen. Die party ging niet door, maar de Captain wel. Die belt me al maanden bijna iedere dag met een kletsverhaaltje, meestal om een uur of acht in de avond. Eigenlijk best onderhoudend, en niks kwaads tot nu toe, dus ik heb hem niet expliciet gevraagd ermee te stoppen wat ik heb er geen last van. Maar ik weet natuurlijk best waar hij wil uitkomen, bel nooit terug, en neem niet vaak op. En nooit van zijn langzalzeleven zou ik met hem afspreken. Hoe lang gaat iemand door met opbellen op deze manier, iemand waar je misschien tien minuten live mee hebt gepraat? Het is allang een test geworden om dat te eens te bekijken bij "die gekke Indiase mannen" en hij staat in mijn mobiel als "Captain alert". Alexandra en ik maken er vaak grapjes over. Maar nu ik wat bekende polokoppen zie ga ik eens navragen of ze hem kennen, vooral om te checken dat hij hier niet rondloopt. En of ze hem kennen! Ik krijg meteen de hele reputatie erbij en waarschuwingen dat ik met hem vreselijk moet uitkijken: "Very naughty". Dat was me duidelijk! Maar nu nog mooier, de tulband belt hem op en ik krijg de hoorn in de hand en wat zeg je dan? "Ha, hier Jacoba, ik zit hier met die-en-die polokameraden van je en we hadden het over je. Je hebt het feest gemist he? Nou goeienavond dan maar". De enige reactie is: "Shit man!" De poloheren lachen zich rot en gaan hem vast nog wel spreken. Maar inderdaad zijn hier een paar beroemde spelers, ook oude rotten. De Ard Schenk, Rintje Ritsma en Evert van Benthum van het polo bij elkaar naast me op de bank. Ik vind het erg jammer dat ik er zo weinig van af weet, maar het is daarom wel zo interessant om er alles over te vragen, en ze vinden het heerlijk om alles uit te leggen. Er is ook een jonge plastisch chirurg uit Bolivia die daarnaast polo speelt, en hier te gast is hij spreekt vloeiend Duits, en dat is ook wel grappig om te doen, zo hier in India. Die is begonnen zoals in "the Horse Whisperer", wilde paarden temmen, en op een dag kreeg hij een polostick in de hand en wou nooit meer iets anders. De zoon des huizes heeft zeven jaar voor ABN Amro gewerkt in Amsterdam, en al met al heb ik leuke gesprekken die je niet iedere dag tegenkomt, en ik ben erg blij dat de maharaja me op sleeptouw heeft genomen. Zo zit je drie dagen in je appartement, zo heb je drie bijzondere sociale belevenissen op een avond.....

woensdag, maart 07, 2007

Happy Holi!


Gisteren was het om zes uur opstaan op commando van het Fluitje van Pravin. Dat moet ook wel als je met zo'n grote groep allemaal ingedeelde boten en plannen en schema's moet vervullen en het om zes uur alweer donker is. We zijn de woeste rivier af gevaren op een "raft", ean maxi maat opblaasboot waar je tien man op kunt, met verplicht een gids erbij. Eerst instructie op de kant, zwemvesten aan, helmpjes op, peddel pakken en gaan! Nog voor we varen beginnen de watergevechten met de buren al, kon je natuurlijk vantevoren van uitgaan. Maar we hebben echt geluk dat we steeds de voorste boot zijn van de colonne van acht, want zo zien we de mooiste uitzichten voor ons zonder storing. Helaas kan de camera niet mee, want alles wordt geheid nat. De watervallen waar we doorgaan hebben verschillende gradaties, sommige hobbelen gezellig maar er zijn er bij waar de boot echt omkan door de golven, die zijn letterljijk meters hoog. Maar gelukkig gebeurt dat niet. Wel moeten we op een gegeven moment allemaal de boot uit, midden op de rivier, maar dat gaat vrijwillig en dat is anders. We drijven gewoon een heel stuk Ganges af in onze zwemvesten, en met de stroming gaat het heel hard. In de middag maken we een lange klimtocht de berg op, ik ben heel blij met mijn officele Zwisterse klimschoenen want hier in India zijn de officiele wandelpaden niet gezekerd of goed aangelegd, in het buitenland zou je hier nooit een gids met een ongeoefende groep zien lopen. Daarboven is een waterval waar je van bovenaf aan een touw door naar beneden moet zakken. Onderaan is een grote poel waar je in landt. We zitten met zijn allen onderaan naast de poel te kijken hoe iedereen naar beneden komt, en dan zie ik ineens iets bewegen, helemaal bovenaan, op de top van de berg. Daar staat een kale boom, waar al slingerend een kolonie apen in plaatsneemt. Het zijn er tien, maar na vijf minuten zijn het er al zoveel dat je ze niet eens meer kunt tellen! En dat in een boom zonder blad, zitten ze daar lekker de hele middag mensen te kijken met zijn allen! En wij dan weer aapjes kijken natuurlijk.

Maar dat was gisteren. Vandaag is het zondag 5 maart, mogen we onbeperkt uitslapen en het is Holi. Zodra ik mijn hoofd de tent uit steek - ik zit in tent nummer 1, een VIP behandeling denk ik - zie ik iedereen elkaar omhelzen en "Happy holi" toewensen. Eerst ontbijten, het is hier drie keer per dag warm eten met rijst, en dan met de anderen een beetje kletsen op het keienstrand. We hebben het gisteren laat gemaakt maar het was ook zo'n mooie volle maan, dus iedereen is sloom en dan wil je lekker lui bij die rivier zitten...Maar in de verte zien we de eerste Holi-tekenen al. Er komt een roze bepoederde Pravin naar ons toe rennen met beide handen vol kleurstof en ik kan maar net ontsnappen om oude kleren te gaan aantrekken voor het losbarst. Je wenst elkaar Happy Holi en strooit kleurstof over de ander heen. En de grap is dan natuurlijk dat je dat zo doet dat de ander meer komt onder te zitten dan hij wil, en er geen haar schoon blijft. En dat lukt inderdaad geweldig goed!

Labels:

maandag, maart 05, 2007

Bedrijfsuitje naar de Ganges

Jaarlijks organiseert mijn Indiase werkgever een bedrijfsuitje voor alle medewerkers, in batches tot ze allemaal geweest zijn. Drie dagen naar de Ganges en kamperen...teambuilding, survivallen...

Donderdag avond 11 uur dropt Harjinder mijn chauffeur me met een dikke rugzak voor het Nucleus kantoor dat er totaal anders uitziet dan overdag, helemaal donker en spookachtig. Er staan al drie van de vijf bussen klaar, ze zijn veel kleiner dan gewone, er gaan met deze trip ongeveer 120 mensen mee. Er staan hele dozen met waterflessen op de stoep, trommels, en een berg ander eten voor onderweg. Mondjesmaat komen er steeds meer feestgangers, en het zijn inderdaad voornamelijk mannen, wat ik al vreesde. Ze mogen allemaal hun familie meebrengen maar kennelijk zijn de meesten niet getrouwd, of de aanhang had geen zin. Die paar dames zijn niet bepaald toeschietelijk maar vooral bezig met giechelen in een kliekje. Er loopt een klein meneertje met een wollen muts op vreselijk druk te doen en dat blijkt Pravin, de baas van de administratie te zijn. Die hebben hun handen vol gehad met de aanmeldingen van alle 1500 Nucleiten voor 6 trips, in batches. Ze hebben tentindelingen gemaakt voor het kamperen, Nucleus T-shirts in de juiste maten voor iedereen geregeld, en alle andere logistiek die je je wel kunt voorstellen. Ik word naar bus 5 gedirigeerd waar Pravin persoonlijk een oogje op me kan houden, en mag op de voorste stoel gezellig naast twee trommels plaatsnemen, waar ik lekker kan kijken. Pravin geeft met zijn voetbalfluitje het signaal als er weer een bus mag vertrekken en daar gaan we! Het is een reis van ongeveer 7 uur en morgenvroeg om 6 uur zijn we in Rishikesh, in de Himalaya. In een tentenkamp aan de Ganges oever, waar we gaan raften en allemaal stoere mannendingen doen.

Ik zie hier echt tegenop. Ik zit nou al vier maanden op kantoor en heb letterlijk nietmand waar ik persoonlijk mee omga, of zelfs maar om mee te lunchen of koffie te drinken, behalve de Nederlandse collega's. En die gaan niet mee. Ik ken echt helemaal niemand. En dan al die stoere activiteiten, ook nog uitgerekend met water. Ik kan echt niet zwemmen en vind water doodeng. Ik voorzie dat ik tot allerlei dingen gepusht ga worden of in situaties kom waar ik niet in wil komen, en dan ook nog zonder enige sociale omgeving. Op kantoor zijn ze onderling rete-asociaal, dat zie ik als er bijvoorbeeld hapjes worden geserveerd, ze stormen erop af als dieren en niemand let op een ander. Daar ben ik dan als dubbele uitzondering, als enige buitenlander en ook nog vrouw, en ik versta hun taal voor geen meter. En ze spreken doorgaans in de groep echt geen Engels om mij. Het wordt in dubbel opzicht survivallen ben ik bang. Het zal inderdaad helemaal die kant op gaan.

Onderweg moet iedereen in de bus zich voorstellen en ik mag de spits afbijten. Ik moet een Nederlands liedje zingen en weet niet veel beters: "En we gaan nog niet naar huis!" Wat met de vertaling erbij dan wel weer in goede aarde valt. Na een paar uur rijden stopt de bus ineens voor een half uurtje. Ik let er niet op, maar als het nog een half uur duurt vraag ik wat er aan de hand is. "Traffic jam" is het antwoord. En dat is geen woord teveel gezegd. Er staan vier rijen breed tot ver in de bermen dikke trucks. Stil, met de motor uit, net als wij. Dat begint in India meestal zo: Een truck raakt vast in de modder van de berm bij een inhaalpoging en staat schuin over de weghelft. De volgende truck kan er niet goed langs en gaat teveel naar rechts rijden. De tegenliggers gaan vanaf hun kant ook op de verkeerde weghelft verder en iedereen moet langzaam rijden want de doorgang is te smal. En erachter zwelt de massa dringers aan. Sommigen gaan spookrijden op de verkeerde weghelft om sneller te zijn maar kunnen daarna niet meer terug. Omdat niemand in India zich ooit aan rijbanen houdt maar gewoon rijdt waar plaats is, rijden we wel vijf rijen dik, en standaard kruipt het klein verkeer in de nog een beetje open gaten, haaks door de file zigzggend tussen de trucks door, en zo de voortgang verder onmogelijk makend. Niemand zal ook maar een beetje ruimte geven om bijvoorbeeld een blokkerend puzzelstuk te laten wegrijden zodat de prop oplost, iedereen dringt alleen maar en pakt elke centimeter vooruit die er te pakken valt. Ik vind het aardig sympbolisch voor de levenshouding van veel Indiers die ik zie in New Delhi. Algemeen belang bestaat gewoon niet, en daarmee schenden ze in feite juist het eigenbelang. Kortom: het duurt tien uur om zeven kilometer verder te komen, voornamelijk wachtend met de motor uit, af en toe twintig meter afleggend. We houden pas om 11.00 uur halt voor het ontbijt dat om 4.00 uur was gepland, en komen om 5 uur in de avond pas aan bij het kamp. Want de hele rit zit nog steeds vol trucks, maar gelukkig komen we wat sneller vooruit dan s'nachts. En ik kan nu bij dag echt goed fotograferen met dit trage tempo, want zoals gewoonlijk is het een grote show, daarbuiten. Het tentenkamp ligt op een fantastische locatie aan een bocht van de Ganges, op een hoogte van ongeveer 1500 meter. De rivier is woest kolkend, glasgroen, en het schone zandstrand ligt vol prachtig geslepen keien. De tenten staan in rijen op een soort verhoging in de bosrand, op twee niveaux. De dames boven en de heren onderaan bij het strand. In de schemering krijgt iedere tent een eigen petroleumlamp voor de ingang en het hele kamp is meteen een sprookje. Er is een groot afdak waar het buffet wordt geserveerd, een grote vlakte voor het kampvuur, en op het strand grote ronde zonnedaken, waar je kunt neerstrijken om van het water geklater te genieten. De bussen stromen leeg, de kliekjes doen stoer op het strand met de zwemvesten en de helmen op met veel geschreeuw, en ik voel me verloren. Ik deel mijn tent een meisje dat wegloopt terwijl ik me aan het voorstellen ben. Iedereen heeft het luidruchtig naar de zin, maar voel me steeds lechter. De hele reis niemand die me als persoon ziet, of met me praat, en ik ben totaal geen verlegen type maar klets uit mezelf makkelijk met iedereen. Komt ook omdat alles in het Hindi gaat. Ik voel me een object om naar te staren, net als op kantoor. Of hooguit om aan te vragen of ik al getrouwd ben. Ik ga maar van de ondergaande zon boven de woeste rivier genieten, verscholen op een grote kei in de bocht. Het zelfde ellendige gevoel van uitgestoten zijn dat ik op school had komt heftig boven maar met dit verschil dat ik hier echt niet bij wil horen als het zo moet. Maar toch kan ik wel janken. Als dit zo nog twee, drie dagen moet duren was ik liever thuis en voor de activiteiten hoef je mij hier echt niet te brengen daar zie ik alleen maar tegenop.

Als ik naar de tent loop om een trui te halen hoor ik van achteren iemand dichterbij komen, en ik heb geen zin in het standaard "welkland- benjegetrouwd- hoeveelkinderen- o,nou,daag" gesprek. Maar het pakt anders uit. Het is een jongen die volgens mij heeft opgemerkt dat ik niet bepaald blij ben en die me komt redden zoals het zelf zegt. En zo kom ik voor het eerst in vier maanden India normale, ontwikkelde mensen tegen waar ik interessant mee kan praten, buitenlanders even niet mee geteld! Want er hoort nog een heel groepje bij hem, die zelf ook een beetje moeite hebben met het gebeuren. Terwijl de rest van de groep honderd man sterk dronken om het kampvuur zit te lallen, zitten wij apart in het licht van de volle maan ver weg aan de rivier oever. De een zingt met professionele kwaliteit schitterende Indiase poetische liederen en die muziek is technisch erg moeilijk. De ander is een hartelijke lachebek en maakt voortdurend geestige grappen. Er worden bijzondere verhalen verteld en de nacht gaat heel snel. Ik voel me van harte geadopteerd. Ik "moet" mee in dezelfde boot raften en alle andere enge dingen doen en ik heb er helemaal geen moeite meer mee. Ze krijgen me zelfs zover dat ik in de volle stroom van boord ga, in de kolkende rivier waar je niet kunt staan. En dat zegt wat met mijn watervrees!

Kortom, ik ben inderdaad gered en niet alleen nu maar ook straks op werk. Eindelijk mensen om mee te praten en mee te gaan lunchen. Heeft het team building aspect alvast zijn werk gedaan!

Labels: